Nadat de raten zijn gesmolten en de was is gefilterd, is de was klaar om er kaarsen van te maken. Dat gebeurt ‘au bain marie’: in een gietijzeren pan wordt water verhit tot rond 90 graden. Het water mag niet koken, want dan gaat het spatten en kunnen er waterspetters in de was komen. In de gietijzeren pan wordt een kleinere, goed warmte geleidende, metalen pan gezet. Daarin ligt de was. Deze begint te smelten.
Door de pan een beetje schuin te houden, versnel je het smelten.
Als je meer was tegelijk in de pan doet, smelt het beter.
In de kaarsvorm (een oud cupcake blik) worden lontjes aan stokjes neergezet.
Zodra de was helemaal gesmolten is, wordt deze in de vorm gegoten.
Als het gieten rechtstreeks uit de pan niet makkelijk gaat, kun je een melkkannetje gebruiken. Neem wel een kannetje met een brede opening boven, zodat je de was er eenvoudig in giet.
Zo ziet een blik met ‘kaarsen in wording’ er uit.
De volgende dag is het eindresultaat te zien: een prachtige zelfgemaakte kaars van zuivere bijenwas.
Lees hier meer over de vorige stappen: het smelten en filteren van de was.