Stuifmeel bevat de mannelijke geslachtscellen van zaadplanten. Voor de voortplanting van planten is het nodig dat stuifmeel van de ene op de andere plant wordt overgebracht. Dat gebeurt via de wind, via het water én (voor het overgrote deel) via insecten, zoals honingbijen. De planten die insecten gebruiken, zorgen ervoor dat ze die insecten iets te bieden hebben. In het stuifmeel zit daarom veel belangrijk voedsel voor die insecten. En de planten hebben nog iets dat onweerstaanbaar is: nectar. Dit is een vloeistof die zoet en rijk aan energie is. Hommels, bijen en vlinders zijn dol op dit energiedrankje. Nectar zit onderin de bloem. Om erbij te kunnen, moeten de insecten dus diep in een bloem duiken. Daarbij pakken ze stuifmeel mee. Bij een duik in de volgende bloem blijft er wat stuifmeel achter, waarna de versmelting met een eicel kan beginnen. (Bron: blad Puur van Natuurmonumenten)
Stuifmeel (of: pollen)
- Stuifmeel blijft aan de haalbijen hangen, tijdens hun bezoek aan de bloemen.
- Tijdens de vlucht verplaatsen de haalbijen het stuifmeel naar de korfjes op de achterpoten.
- Bij aankomst in de kast geven de haalbijen het stuifmeel aan de huisbijen.
- De huisbijen bergen het stuifmeel op in cellen rond het broednest.
- Wordt door de huisbijen vermengt met speeksel in hun voedersapklieren, om met die voedersap pasgeboren larven te voeren.
- Eerste 3 dagen als larve: alleen voedersap.
- Werksters krijgen daarna een mengsel van voedersap, pollen en honing.
- Belangrijk voor opbouw van het eiwit-vet lichaam van de bijen.
- De haalbijen krijgen van tijd tot tijd nog een beetje voedersap, nodig voor spierarbeid bij vliegen.
- Voor voldoende stuifmeel zijn inheemse drachtplanten nodig, liefst in grotere hoeveelheid bij elkaar: >1m2.
- Per vlucht neemt een haalbij 20 milligram mee.
- Jaarlijks gebruikt volk 20-40 kg stuifmeel. Dat betekent 1 tot 2 miljoen stuifmeelvluchten per jaar.
Nectar voor de honing
- Honing is het hoofdvoedsel van de bijen, belangrijk voor de energiebehoefte (koolhydraten).
- De haalbijen halen nectar uit de bloemen (en bestuiven tegelijk de bloemen).
- De nectar komt via de slokdarm in een aparte honingmaag. (Dus niet in eigen spijsvertering van bij).
- Daar worden enzymen uit de voedersapklieren toegevoegd. Zo worden meervoudige suikers omgezet in enkelvoudige, die direct opneembaar zijn.
- Bij terugkomst bij de bijenkast wordt het suikerhoudende sap overgedragen aan de huisbijen.
- De huisbijen verminderen het vochtgehalte, door verdamping: de honing wordt in druppeltjes op de bijentong blootgesteld aan de warme droge lucht in de bijenkast.
- Honing gaat in lege cellen om te rijpen. Na rijpen wordt honingcel afgesloten met een wasdeksel.
- Per vlucht neemt een haalbij 0,04 mg nectar mee, goed voor 0,02 mg honing. Voor een pot van 450 gram maken honingbijen ongeveer 22.700 vluchten. Omgerekend vliegen ze 1x de wereld rond voor een pot.
- Jaarlijks gebruikt een volk 150-250 kg honing. Dat betekent 350-550x de wereld rond per jaar.