Het eindresultaat van het smelten in de zonnewassmelter is een pan vol blokken gesmolten was. Op het onderste blok kun je de ribbeltjes en de print van het zwarte opvangblik nog zien.
De was moet nog wel gefilterd worden, om de meegekomen stukjes raat eruit te halen. Er zijn op internet vele methodes, tips en trucs te vinden. Uit al die manieren heb ik onderstaande methode samengesteld.
Doe een kussensloop (onderaan op de foto te zien) over de was. Sla de was met een hamer in kleine stukjes. Het kussensloop (of doek) zorgt ervoor dat de was niet alle kanten op springt. Zo smelt de was beter.
Leg het werkblad vol kranten. Dan doe je de was in een stevige panty. Knip beide benen eraf. Vul het bovenstuk en beide benen. Maak de openingen dicht met een bindstrip van een vuilniszak of met een knoop.
Gebruik een oude pan met rechte wanden, bij voorkeur van emaille. Zorg dat de pan diep genoeg is (de hieronder gebruikte is eigenlijk te ondiep). Leg onder in de pan een rooster of een paar platte stenen. Zo voorkom je dat de was met de bodem in contact op en daardoor verkleurd.
Gebruik liefst regenwater. In kraanwater zit kalk, dat geeft grijze en brosse was.
Verwarm de pan met regenwater. Het water moet zo’n 70-75 graden worden. Let op: niet hoger dan 80 graden en nooit koken. Zodra deze temperatuur is bereikt, doe je panty met was erin, zet je het vuur laag en laat je de was zo’n 30-45 minuten sudderen. Het smeltpunt van bijenwas ligt rond 65 graden Celsius, bij oude raat iets hoger. De temperatuur mag daar tijdens het sudderen niet komen.
Om de panty met was onder water te dompelen, kun je een stenen bloempot op de panty plaatsen. Rondom de bloempot ontstaat een geel randje met was. Zorg ervoor dat, zolang de bloempot in het water staat, de temperatuur minimaal 65 graden Celcius blijft.
Na 30-45 minuten doe je het vuur uit. Haal de panty uit de pan. De was aan de buitenkant van de panty stolt meteen en wordt geel. Deze kun je er met een mesje eenvoudig afkrabben en in de pan teruggooien. Daarna gooi je de panty, met daarin het vuil, in de afvalbak. Let op: niet schoonspoelen onder de kraan, dan raakt de gootsteen verstopt.
Laat de pan op het fornuis afkoelen. Hoe langzamer het water en de was afkoelen, hoe beter het vuil dat eventueel nog in het water zit naar beneden zakt. Liever niet overgieten, vanwege risico op spatten.
De dichtheid van bijenwas is ongeveer 0,96, dus bijenwas is lichter dan water en gaat drijven. De dichtheid wordt groter bij lagere temperatuur.
Als de pan van de buitenkant koeler begint te worden, laat de pan een nachtje onder een paar oude sweaters of andere isolerende materialen verder afkoelen.
Bijenwas krimpt bij het afkoelen. De volgende dag ligt boven in de pan een mooie laag zuivere bijenwas. Deze kun je uit het water tillen.
Aan de onderkant zie je nog enkele donkere stukjes vuil. Die kun je er eenvoudig afkrabben. De bovenkant is prachtig van kleur.
Tot slot nog een tip: veeg gemorste was op met keukenpapier, terwijl het nog warm is. Als de was al gestold is, hou er dan kort een strijkijzer boven (zonder aanraken), zodat de was weer smelt.
Zorg dat er geen water in de was achterblijft, anders gaat de was spetteren als je er kaarsen van maakt.
Lees hier meer over de vorige stap: het smelten van de was.
Lees hier meer over de volgende stap: het maken van de kaars.