Temperatuur
- In dit interessante artikel van Geert Groessens lees je over de warmtehuishouding van het bijenvolk.
- De temperatuur van het broednest wordt door de bijen op 34,8 graden gehouden, zowel bij hoge als bij lage temperatuur. Dus zelfs als het in de winter buiten vriest. In de zomer, als het warm is, zorgen de bijen voor koeling van het nest, door te wapperen met hun vleugels.
- Zodra een imker de kast opendoet, moeten de bijen de temperatuur naderhand weer op orde maken. Mede daarom grijpen BD imkers zo min mogelijk in bij hun volken. Kasten worden bij voorkeur alleen geopend bij een buitentemperatuur tussen 15 en 20 graden.
- Honingbijen vliegen uit bij een temperatuur van ca. 10 graden (hommels bij ca. 7 graden).
- De temperatuur die in de kast nodig is, om het broed warm genoeg te houden: – in de winter: 12-25 graden, in de zomer: 35 graden.
- Imkers hebben liefst een winter met in december heel koud, maar in maart minder koud. Past beste bij cyclus, dus dat geeft beste resultaat.
Klaar voor de winter
- Door de kast in het najaar te wegen, weet je of de bijen voldoende honingvoorraad hebben voor de winter: tussen de 12 en 16 kg.
- Een goed gevuld raam, aan beide kanten vol met honing, weegt ongeveer 1,5 kg. In formule: 0,3 kg honing per 1 dm3. Dus de bijen hebben 8-12 volle ramen met honing nodig.
Bloemen
- Per appelbloem kan een haalbij 2 mg nectar halen, een kersenboom brengt per dag wel zo’n 2 kg nectar op en per bloem 30 mg.
BD imkeren
- Laat de bijen zelf de honingraten bouwen. Geef ze geen kunstraat.
- Voorkeur om bijen één grote ruimte te geven, waarin ze een ongedeeld bijenlichaam kunnen bouwen. Bijvoorbeeld in een grote korf of in een kast met hoge ramen (zoals combi-ramen). Het broednest ontwikkelt zich dan als een gesloten bolvormig geheel.
(Deze bolvorm wordt in standaardkasten onderbroken, omdat kleinere ramen boven elkaar hangen. Hierdoor ontstaat er een koudebrug in het broednest, die de bijen maar hebben op te lossen. Dat kost energie die opnieuw ten koste gaat van de vitaliteit van het bijenvolk.) - Bijvoeren: inwinteren op eigen honing geniet de voorkeur. Als dat niet lukt, kan het bijvoederen met een suikeroplossing verrijkt worden met eigen honing en/of kruidenthee (met o.a. kamille) en eventueel een snufje zout. Door dit verrijken van de suikeroplossing wordt het de bijen makkelijker gemaakt de suiker om te zetten tot ‘honing’.